Deze post bevat slechte een korte geschiedenis van cabaretgroep Don Quishocking. Voor wie echt álles wil weten, is er het boek Wij mogen alles zeggen, van de hand van Patrick van den Hanenberg. Kijk hier voor meer informatie over de inhoud en recensies.
Don Quishocking ontstond in Amsterdam uit een cabaretje van vier studenten Nederlands t.w. George en Anke Groot, Pieter van Empelen en Jacques Klöters. De groep werd aangevuld met Fred Florusse die bovendien voor de zaal zorgde waar wij voor het eerst in première gingen. Dat was in 1967. Het programma sloeg zo aan dat we ons durfden opgeven voor het studentencabaretfestival “Camaretten’68” in Delft. We wonnen daar de eerste prijs. De jury prees de eigentijdse aanpak en de muzikaliteit van onze groep. Een onmiddellijk gevolg hiervan was dat steeds meer schouwburgdirekteuren ons uitnodigden en dat ook radio en televisie aandacht aan ons gingen besteden. In 1970 bespeelden wij het Lurelei-theater in Amsterdam en maakten we een eigen televisieshow van 40 minuten. Bij Phonogram kwam dat jaar ‘n elpee van ons uit. In onze groep komponeert Pieter van Empelen de muziek. George Groot, Hans Dorrestijn, Jacques Klöters en Jan Boerstoel schrijven de teksten. Er valt genoeg te lachen want ons doel is het publiek prettig te amuseren en daarbij onze mening te zeggen. Vaak doen we dat subtiel, soms luidkeels maar nooit opdringerig. Als u dan ook nog af en toe mooie, onware liedjes wilt horen dan zit het wel goed tussen ons. [tekst folder DQ, ca. 1971]
Na een roerige tijd valt DQ eind 1981 uit elkaar, maar halverwege de jaren tachtig komen de heren van de groep terug in het theater. Met Joke Bruijs maken ze als VDQS [Voorheen Don Quishocking] de programma’s Kaltes Grauen [1985] en Instituut Zwagerman [1987].
In 2001 beleeft Don Quishocking opnieuw een come-back. Dan spelen De Heren van Don Quishocking samen met Maaike Martens het programma I Fossili. Het allerlaatste programma…
Nee, toch niet, want in 2007 komen De Heren terug, nu versterkt met een nieuw jong talent: zangeres Jetta Starreveld. In april en mei spelen ze in het kader van het Amsterdams Kleinkunstfestival de voorstelling